Mooie foto en kleurstelling. De lichtvegen op de achtergrond is het net niet, nog van een spot nog van een haarlichtje.

Lichtvlekken zijn inderdaad jammer, vind 't ook niet echt low-key, maar wel een netjes belichte jongedame, scherpte is goed, kleuren zijn prima, lippen trekken een beetje scheef, verder netjes

Low key is niet gelijk aan onderbelichting en contrast verhogen.

Dit werk past voor mij eerder onder chiaroscuro.
Als ik het vanuit dat standpunt bekijk valt het goed mee.

Eén vertaling van Chiaroscuro is:

Chiaroscuro
Van het Italiaanse woord voor licht en donker. In de schilderkunst een methode om een vorm voornamelijk aan te geven door het gebruik van licht en schaduw. Meer gebruikelijk: clair-obscur. 17-2: ‘Roeping van St. Mattheus’ Caravaggio
Gevonden op http://www.verhoevenmarc.be/_Glossarium-MV.doc

Ik persoonlijk vind dat dit hier maar zeer beperkt van toepassing is. Ik volg Erik hierin. Een netjes belichte jongedame, scherpte is goed, kleuren zijn prima, lippen trekken een beetje scheef, Wat manco's op de achtergrond, verder netjes

Ik heb het leren kennen als een schilderstechniek uit de middeleeuwen uit kunstboeken.
Als je op google chiaroscuro intypt en dan op afbeeldingen klikt dan zie je heel wat voorbeelden van schilderwerken die daar aan voldoen. In de fotografie hebben we niet de zelfde technieken van de schilderkunst maar dit beeld sluit voor mij daar toch sterk tegen aan.

Nu, het staat ieder vrij daar een eigen mening op na te houden.

Begrippen als low key en high key zorgen al geruime tijd voor discussies. Succes is bijna verzekerd. Ik waag me er dan ook niet aan.

Voor mij is dit een mooi portret, waarbij de lichtbron die haar los heeft moeten maken van de achtergrond voor enkele vreemde lichtvlekken op die achtergrond verantwoordelijk is.

Vind het vooral een mooie foto van een mooie dame met een intrigerende blik.

Je belichting heeft sfeer en geeft nog een uitstekende doortekening in de donkere delen van haar kleding.

Vind het een prachtig portret, mooie belichting vraag me soms af welk soort lichtbron jullie gebruiken?
Zijn dat gloei of halogeenlampen, of TL licht... waarschijnlijk een domme vraag maar toch...

Ik snap het, ik zal het geen low key meer noemen. Oorspronkelijk had ik er een vraagteken achter de titel willen plaatsen. Titels is ook niet mijn ding!
Het is een foto waarbij het rimlicht nog niet goed was ingesteld, het hard en niet op juiste plek. Ik zal nogmaals de opname onder handen nemen met name de lichtplekken. Kan ik hem nog redden?

Geert volgens mij bestaan er geen domme vragen. Verlichting een softbox rechtsvoorgangers en een losse reportageflitser achter het model. Thats all.

Bedankt voor de toelichting ivm het licht

Ook al maak ik niet zoveel portret-opnames of doe ik veel aan flitsfotografie, de basistheorie daarvan beheers ik wel, vandaar mijn poging om het antwoord op jouw vraag wat aan te vullen.

Licht heeft een bepaalde (kleur)temperatuur. Als je in Photoshop of Lightroom wel eens aan de witbalansschuif hebt getrokken, dan heb je kunnen zien dat deze kleurtemperatuur wordt uitgedrukt in graden Kelvin. Kelvin is de eenheid van thermodynamische temperatuur, een van de zeven basiseenheden van het SI-stelsel. De schaal is genoemd naar de fysicus William Thomson, die later in de adelstand werd verheven als Lord Kelvin.

De meest gebruikte natuurlijke lichtbron is de zon. Gewoon zonlicht is wit licht, wat eigenlijk alleen maar wil zeggen dat het alle kleuren uit het kleurspectrum bevat. Dit wordt bijvoorbeeld zichtbaar wanneer zonlicht door een regenbui gebroken wordt en uiteenvalt in een prachtige regenboog. Kunstlichtbronnen, zoals gloeilampen, tl-licht of een flitser, bevatten niet dat volledige spectrum. Ze hebben om die reden een specifieke kleur.

Gloeilampen produceren vooral licht in het rode en gele deel van het spectrum. Ook kaarslicht, het licht van een brandend haardvuur, of zelfs zonlicht dat gefilterd wordt door wolken, mist een deel van het spectrum. En in de schaduw is zonlicht niet meer zuiver wit, maar heeft het een blauwige tint. Het licht van een TL-lamp heeft een groene kleur. Technisch gesproken heeft elke lichtbron een eigen kleurtemperatuur.

De kleurtemperatuur zegt dus iets over de kleur van de lichtbron. Het begrip kleurtemperatuur komt van het verschijnsel dat veel materialen gaan gloeien bij stijgende temperaturen. Dus hoe lager de kleurtemperatuur, hoe roder het licht is en hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe blauwer het licht is (vergelijk dit met de kleuren van een vlam). Hieronder een plaatje met de kleurtemperatuur in graden Kelvin en waar je dit type licht bijvoorbeeld "kunt vinden".



9500K = heldere blauwe hemel
6500K = wit
6000K = middagzon
5600K = standaard daglicht
5000K = fototoestel flitser
3500K = een uur na zonsopkomst
3200K = Halogeenlamp
2000K = Zonsopkomst en zonsondergang
1200K = Kaarslicht

Het licht om ons heen verandert continue. De nacht gaat over in de dag en de dag gaat weer over in de nacht. Als je op een dag 1x de lichttemperatuur meet, dan is de kans groot dat je er al 1 uur later naast zit en na 4 uur er zeker naast zult zitten. Sterker nog, als er na jouw lichttemperatuurmeting een flinke wolkenpartij tussen de zon en jou gaat zitten, zit je er dan al naast.

Een TL-lamp straalt licht van een andere lichttemperatuur uit dan een romantisch kaarslichtje, een gloeilamp of een flitser. Als je in zo'n setting een foto maakt, dan kun je de verschillende kleurzwemen van de verschillende lichtbronnen eenvoudig in je foto ontdekken. Dit terwijl je eigen ogen die verschillende lichtkleuren helemaal niet hadden waargenomen....

Als je om wat voor reden dan ook verschillende lichtbronnen inzet bij een fotoshoot, dan zul je maatregelen moeten nemen om die kleurzwemen te voorkomen. Allereerst zul je een keuze moeten maken welke lichtbronnen je gaat aanpassen om vervelende kleurzwemen tegen te gaan. Flitslicht valt goed te corrigeren met hulp van gekleurde filters. De gekleurde filters (de zgn. gel filters) moet je voor een flitserkop plaatsen. Als je bijvoorbeeld een gloeilamp inzet, dan zou je een oranje gelfilter moeten plaatsen voor al je flitsers. (Als je een TL-lamp in je scene hebt, dan zou je een groen fliter op je flitser(s) moeten monteren.)

Doordat je een kleurfilter voor je flitser plaatst verander je de kleur (kleurtemperaruur) van het flitslicht en hebben de flitsers en de gloeilamp ongeveer dezelfde lichttemperatuur. Als je vervolgens de witbalans van je camera op "bulb" hebt gezet, zul je zien dat je geen kleurzweempjes in de foto hebt, ondanks het feit dat je met verschillende lichtbronnen (flitsers en gloeilampen) werkt.

Het werken met verschillende lichtbronnen is zeker niet aan te raden. Dit leidt onherroepelijk tot kleurzweempjes die je er met Photoshop niet uit krijgt. Als je extra licht nodig hebt, is het om die reden beter om met reflectieschermen te werken. Deze weerkaatsen het gebruikte licht. (Een bijkomend voordeel is dat reflectieschermen nooit even sterk licht als de hoofdbron terugkaatsen. Het licht afkomstig van een reflectiescherm is altijd zwakker dan dat van de lichtbron waar het licht van afkomstig is). Als je niet anders kan, dan gewoon het licht afkomstig van de flitsers aanpassen via het monteren van een gelfilter en de witbalans van je camera op de juiste waarde zetten.

Wederom een uitgebreide uitleg waarvoor dank Henry

Henry, wat een uitleg. Het werken met twee lichtbronnen, bijvoorbeeld softbox en flitser zou niet kunnen of begrijp ik je verkeerd? Of kan het wel als je maar de flitser aanpast met een gelfilter? Dat laaste heb ik niet gedaan......

Flitsers hebben een onderling vergelijkbare kleurtemperatuur.

Klopt wat Frans zegt.

Als je alleen flitsers gebruikt in een shoot, dan zal elke flitser een lichtbundel leveren met een lichttemperatuur van ongeveer 5000 graden Kelvin. Ik schrijf "ongeveer", want kleine verschillen zijn mogelijk. Deze kleine verschillen zul je op de foto niet terugzien. Je moet om een kleurzweem te vermijden wel de witbalans van je camera instellen op "flitslicht".

Als je een combinatie van lichtbronnen gaat gebruiken, dan heb je als je niks doet een "probleem". Je gebruikt voor een shoot bijvoorbeeld een flitser en omdat je nog een lichtbron nodig hebt (maar geen tweede flitser hebt) een bureaulamp. De flitser gebruik je bijvoorbeeld als hoofdlicht. De bureaulamp gebruik je bijvoorbeeld om het model van de andere kant te belichten om de donkere kant van het gezicht wat op te lichten.
De flitser zal een lichtbundel verspreiden van licht met een lichttemperatuur van 5000 graden Kelvin (= wit flitslicht).
De bureaulamp zal een lichtbundel verspreiden van licht met een lichttemperatuur van 2800 graden Kelvin (=oranje-geel licht).
Als je nu de witbalans van je camera instelt op "flitslicht", dan zul je mooi wit licht zien van de kant waar de flitser staat opgesteld en oranje-geel licht van de kant waar de bureaulamp staat opgesteld.

Hoe kun je dit probleem van twee verschillende lichtbronnen, die elk licht met een verschillende kleurtemperatuur verspreiden oplossen? Juist, door het inzetten van een kleurenfilter/gelfilter. Je neemt een oranje gelfilter en plaatst dit op de flitskop van je flitser. De flitser zal door het aangebrachte gelfilter nu dus ook oranje licht verspreiden, net als het bureaulampje.
Als je nu de witbalans van je camera instelt op "Bulb", dan zal de camera de oranje kleur van het licht afkomstig van de bureaulamp maar ook van de flitser met gelfilter corrigeren. Het resultaat is dus dat je een foto hebt zonder kleurzweem.

De Nikon flitsers werden vroeger (en ik verwacht nu nog steeds) geleverd met de volgende accessoires:
- een kleine standaard (voor dit verhaal niet zo interessant)
- een diffusser (voor dit verhaal niet zo interessant)
- een oranje gelfilter (voor dit verhaal wel interessant)
- een groen gelfilter (voor dit verhaal we interessant)

Als jouw flitser ook die gelfilters heeft (feitelijk zijn dit niks meer en minder als kleine stukjes gekleurd plastic), dan kun je eenvoudig thuis een test uitvoeren. Wat heb je nodig?
- een TL buis (bijvoorbeeld in de keuken wil men nog wel eens een TL-buis hebben)
- een bureaulamp met zo'n peertje van 25Watt of 40Watt
- een flitser, met een groen en oranje filtertje (stukje plastic)

Zet de witbalans van je camera op "flitslicht".
Maak een foto van een situatie waarbij je licht van de TL-buis en flitser in je foto hebt. Zorg dat er wel een afstandje zit tussen de TL-buis en je flitser (bijvoorbeeld 2-3meter)
Je zult zien dat het licht afkomstig van de TL-buis een groene kleur heeft. Het licht afkomstig van je flitser is wit.
Plaats het groene gelfilter voor je flitser.
Maak nu een foto zonder iets aan de witbalans aan te passen.
Zowel het licht van de TL-buis als van de flitser zal een groene gloed hebben.
Zet nu de witbalans van je camera op "TL-licht".
Maak een foto en je zult zien dat je camera het licht van zowel de TL-buis als van je flitser met groen filter heeft gecompenseerd.

Plaats nu in diezelfde scene je bureaulamp en je zult zien dat je dan altijd een kleurzweem in je foto hebt zitten. Je kunt immers maar 1 gelfilter plaatsen voor je flitser: een groene of een oranje. Vervolgens moet je een witbalans kiezen in je camera: Bulb of TL-licht of Flitslicht.
Hoe dan ook, je blijft zitten met een kleurzweem, welk het best zichtbaar is rond de plek van die lichtbron.


Als voorbeeld van de problemen waar je tegenaan gaat lopen als je met verschillende soorten lichtbronnen door elkaar gaat werken (dus flitsers, bouwlampen, bureaulampen, etc.), wil ik de foto noemen die Ferry recent heeft gemaakt. Het maakt niet uit hoe je sleutelt aan de foto, je krijgt (doordat er verschillende lichtbronnen werden gebruikt, elk met zijn eigen kleurtemperatuur) de kleurzwemen niet goed uit de foto. Het enige wat resteert is de boel omzetten naar z/w of elke andere duotoon-kleur óf gewoon de foto opnieuw maken. Maar dan wel met veel minder lichtbronnen die een verschillende kleurtemperatuur hebben.