Zoekwoorden: ISO-waarde, ruis, sensor, belichtingsdriehoek
De belichting van een digitale foto wordt bepaald door de drie factoren van de belichtingsdriehoek: De ISO-waarde, het diafragma en de sluitertijd. Voor een goed belichte foto moet je een balans zien te vinden.
De ISO-waarde oftewel de filmgevoeligheid (misschien is in de digitale camerawereld waarin we nu leven beter om te praten over lichtgevoeligheid van de sensor) speelt een belangrijke rol bij het maken van een foto.
De filmgevoeligheid van een filmrol, fotorolletje of digitale camera wordt uitgedrukt in een getal, waarvoor een aantal normen kunnen worden gebruikt. De gevoeligheidsnormen ISO/ASA (International Organization for Standardization/American Standard Association) en DIN (Deutsches Institut für Normung) berusten op de hoeveelheid licht die nodig is om de zwakste impressie van licht op de fotografische film te doen ontstaan. Hun definitie is gebaseerd op een gemiddelde gradatie bij normaal ontwikkelen. De standaard staat bekend als ISO 5800:1987. (bron: WikipediA).
Dus ook de gevoeligheid van beeldsensoren (CCD of CMOS) van digitale camera's wordt in ISO uitgedrukt, deze kan echter naar believen binnen bepaalde grenzen ingesteld worden door de versterking van het beeldsignaal aan te passen. Deze ISO-waarde begint bij de meeste camera's op 100 of 200 en kan in de wereld van de digitale camera's kunstmatig worden verhoogd worden tot soms wel ISO 25.600.
Het aanpassen van de filmgevoeligheid gebeurt in stapjes en deze stapjgrootte kun je bij sommige camera's instellen. De opties zijn in dat geval stapgrootte van 1/3, 1/2 of 1. Een halvering of een verdubbeling van de iso-waarde leidt tot resp. een halvering of verdubbeling van de filmgevoeligheid van de sensor. Dit betekent dat er resp. 2x of 1/2 keer zoveel licht nodig zal zijn voor een correcte belichting van de foto. In hele stappen loopt de iso-waarde dus alsvolgt van ISO100 naar ISO25.600:
100 - 200 - 400 - 800 - 1.600 - 3.200 - 6.400 - 12.800 - 25.600.
Dit klinkt allemaal fantastich, want dit betekent dat je dus ook bij heel weinig licht eenvoudig een foto kunt maken door simpelweg je ISO-waarde flink op te schroeven, maar pas op! “There is nothing like a free lunch.” Oftewel: je krijgt niks gratis. Een hogere ISO-waarde heeft zo zijn nadelen. Bij fotorolletjes is dit nadeel de vorming van korrels op de film; daardoor wordt de foto minder scherp en zal hij detail verliezen. Bij een digitale camera ontstaat ruis in de foto. Deze ruis kan de kleuren, de scherpte, en het detail in de foto wegvagen.
Een hogere ISO-waarde versterkt alle digitale licht signalen zodat onder donkere lichtomstandigheden toch een scherpe foto kan worden gemaakt. Er is minder data (licht) nodig om toch een goede foto te kunnen maken.
Bij het versterken van de signalen wordt echter
geen onderscheid gemaakt tussen de echte data van de foto en de altijd aanwezige ruis. Een hogere ISO-waarde zal dus per definitie leiden tot meer zichtbare digitale ruis. Deze ruis wordt het eerst zichtbaar in de donkere delen van de foto, simpelweg omdat de donkere delen minder licht (echte data) hebben gevangen. Als je wilt zien of je foto last heeft van ruis, kijk dan in de zwarte delen van je foto want daar is de ruis het eerst zichtbaar. Gelukkig staat de techniek niet stil en kunnen de nieuwere camera’s steeds beter werken met hoge(re) ISO waarden.
Een grote beeldsensor met grote cellen, is minder gevoelig voor ruis dan een kleine beeldsensor. Dit verklaart o.a. de populariteit van de full frame sensor camera's. Bij een gelijk aantal megapixels, zijn die cellen van een full frame sensor groter dan die van een crop sensor. Compactcamera’s met een nog kleinere sensor zouden dus eigenlijk veel minder megapixels moeten bevatten dan spiegelreflex camera’s, maar in de praktijk hebben ze een vrijwel gelijk aantal megapixels. Die pixels zijn in een kwart (of minder) van de ruimte gepropt waardoor de ruiswaarden op ISO 200 bij een compact camera vergelijkbaar zijn met ISO 800 op een spiegelreflex camera.
Waarom proppen leveranciers dan zoveel pixels op een kleine sensor, zul je je afvragen? Het antwoord is simpel. De foto- en filmsector had de consument wijsgemaakt dat meer pixels je een betere kwaliteit foto opleverde en dat je met meer pixels een grotere vergroting van de foto kon maken. Inmiddels lijkt de pixelrace te zijn beeindigd en lijkt de focus nu te liggen op de ruisbeheersing bij hogere ISO-waarden.
Vele camera's hebben een optie om gelijk de ruis in een foto te onderdrukken. Deze wordt voornamelijk toegepast bij een langzame sluitertijd en/of hoge ISO-waarden. Handig als je niet van nabewerken houd, maar ruisonderdrukking kost processingtijd. Tijd die de processor van je camera niet kan besteden aan bijvoorbeeld het maken van een nieuwe foto. Als het niet perse direct nodig is, doe de ruisonderdrukking dan ook later op de computer.
Tot slot: Het is altijd goed om met een zo laag mogelijke ISO-waarde te fotograferen. Een lage ISO-waarde levert je immers een foto op met meer details en minder ruis. Je moet natuurlijk wel rekening houden dat je ook een scherp resultaat krijgt onder minder goede lichtomstandigheden. Soms moet je ook gewoon kiezen voor een compromis, ga je voor een scherpe foto met iets meer ruis of voor een bewogen foto met weinig ruis...
-------
Updates:
1) Enkel typo's verwijderd en enkele wetenswaardigheden toegevoegd en/of aangescherpt.
2) Zoekwoorden toegevoegd.