Als je foto onscherp is, krijg je deze nooit meer scherp. Deze onscherpte kan komen door bijvoorbeeld bewegingsonscherpte. Denk dan aan het volgende:
- je fotografeert uit de hand en bewoog je camera teveel bij een te lage sluitertijd. Een standaard regeltje is dat de sluitertijd minimaal gelijk moet zijn aan 1/brandpuntsafstand van waarmee je de foto maakt. Dus ben je van plan om de foto te maken met een brandpuntsafstand van 80mm, dan moet je sluitertijd korter zijn dan 1/80 seconde.
- je onderwerp bewoog te snel. Denk bijvoorbeeld aan het fotograferen van een racewagen, maar ook aan voorbijvliegende vogels, sporters of een hommel. De oplossing ligt hier in het verkorten van je sluitertijd door of je diafragma meer open te draaien of je ISO-waarde te verhogen (of beiden). Met het zogenaamde "pannen" kun je van bewegende onderwerpen een mooie scherpe foto maken terwijl de achtergrond beweegt. Dit geeft een illusie van snelheid in je foto.
- niet goed scherpstellen. Als je besluit om af te drukken voordat je camera goed heeft scherpgesteld, dan krijg je een niet goed scherpgestelde foto. Deze krijg je nooit scherp.
Als je geen van bovenstaande problemen hebt, dan heb je een foto die scherp de camera verlaat. Er zijn nog wel een aantal factoren die de scherpte van de foto dbeïnvloeden:
- de ISO-waarde: hoe hoger de ISO-waarde, hoe minder details, hoe minder scherp.
- de kwaliteit van het objectief: hoe slechter de kwaliteit van de lenzen in je objectief, hoe softer het beeld. Softer staat hier synoniem voor "minder scherp".
Een foto moet je trouwens na het verkleinen altijd ietsje verscherpen.
Om scherpe foto's te krijgen zijn er zeven dingen nodig:
1) Een goede lens. In het algemeen zorgen toplenzen voor betere kwaliteit van de beelden dan instaplenzen. Dit wil helemaal niet zeggen dat je met instaplenzen of alles wat tussen de instaplens en de toplens zit geen crispy beelden kunt produceren! Zie hiervoor punt 2.
2) Ken je lens. Daarnaast is het belangrijk dat je je lens kent. Hoe presteert je lens het beste? Bij een zoomlens: bij welke brandpuntsafstanden en bij welke diafragma's levert het scherpe beelden of onscherpere beelden af. Bij een vaste brandpuntsafstand lens: bij welk diafragma's.
3) De juiste camera en camera instellingen. Dat een top-DSLR van vandaag een betere kwaliteit levert dan een instapcompact van 15 jaar geleden, spreekt voor zich. Daarnaast is de vraag welke camera-instellingen nodig zijn voor een goed scherpe foto. Dit is uiteraard afhankelijk van je onderwerp, maar om enkele algemene te benoemen: een goede/juiste iso-waarde (een hele hoge iso-waarde geeft beelden met minder detail, dan een lage iso-waarde. Dus als je de keus hebt...), een juiste sluitertijd (een te trage sluitertijd geeft bewegingsonscherpte) en de gebruikte beeldkwaliteit (foto's opgenomen met een lage kwaliteit, laten wel veel beelden toe op je geheugenkaartje, alleen de kwaliteit is laag. Ik zeg niet dat RAW de enige juiste kwaliteit is of dat een lage JPG niet-crispy foto's aflevert. Gebruik de kwaliteit die je nodig hebt).
4) Een goede camerahouding / een stabiele basis. Met een stabiele basis (houding, statief) krijg je betere kwaliteit foto's. Bij langere sluitertijden kan het indrukken van de ontspanknop of het klappen van de spiegel ook voor bewegingsonscherpte zorgen, ook al staat de camera op een statief of hanteer je een stabiele houding (kijk eens hoe geweer- of boogschutters op de olympische spelen, WK's of EK's hun geweer resp. boog vasthouden en hoe ze staan). Soms kun je gewoon niet meer uit de hand schieten en heb je bijvoorbeeld een goed statief nodig.
5) Goed scherpstellen. Zorg er voor dat je lens gekalibreerd is en geen front- of backfocus probleem heeft. Zorg er vervolgens voor dat je op het juiste punt scherpstelt. Bij landschappen: zorg dat je een zo groot mogelijke scherptediepte behaalt, niet alleen door een juist diafragma, maar ook door op het juiste punt (hyperfocale afstand) scherp te stellen.
6) Een juiste nabewerking. Zorg dat als je gaat nabewerken, je weet wat je doet. Zorg er ook voor dat je na het verkleinen de foto's altijd ietsje verscherpt.
7) Het uploaden in de juiste grootte en kwaliteit. Als je de foto's op het internet plaatst, zorg er dan voor dat de hosting site geen bewerking op je foto hoeft uit te voeren. Denk aan het formaat, maar ook aan de grootte.
