Sleedoorn is een lage tot middelhoge doornstruik welke vroeg in het voorjaar opvallend bloeit. Dit laatste niet alleen omdat de struik veel bloesem zet maar ook omdat de bladeren dan nog niet aanwezig zijn.
Het is een insectenbloeier en voor de bestuiving dus afhankelijk van vroeg uitvliegende insecten.
De vruchten(kleine pruimpjes) zijn wrang van smaak. Slee betekent: de tanden stroef makend.
Toch wordt er volop gebruik gemaakt door mens en dier van de vrucht als er gedurende een langere periode vorst overheen gegaan is. De vrucht wordt dan zoeter en smakelijker.
Vroeger (en ik geloof nu ook nog wel) werd er in de Zuid-Limburgse streken en ook in Belgisch Limburg een likeur van deze vrucht gemaakt. In het Limburgs heet het "Sjlieëkrieëke". Sjlieë komt van Slee en krieëke van krieken, het Belgisch woord voor zure kersen.
Sleedoorn is door zijn bossige, gedoornde takken een ideale bloeiplek voor vele kleinere zangvogels.
Het is ook de waardplant van de Sleedoornpage.
1.
2.
3.