Bij de meeste vlinders kan dat inderdaad.
Alleen:
- Heeft de vlinders kans van slagen in een bepaald gebied? Zo kun je in mijn tuin bij wijze van spreke Moerasparelmoervlinder uitzetten, maar dat gaat niet werken, het gebied is niet geschikt.
Wat je bijv. zag bij de kunstmatige verspreiding van de Veldparelmoervlinder op de Bemelerberg, is dat het leefgebied daar erg geschikt was, en de Veldparelmoer sowieso al niet veeleisend is. Ook speelt maaibeleid een grote rol. Als je een paar veldjes in Duitsland bezoekt, zie je dat daar of niet of op het goede moment wordt gemaaid. Daardoor hebben de rupsen en poppen kans op overleving. Daardoor verdwijnen in Nederland heel veel vlinders (ondanks dat dit een 'goede' vlinderzomer was, veel aantallen, helaas gaat een groot deel van de soorten wederom achteruit). Want in Nederland wordt alles 3x per jaar op het verkeerde moment volledig platgemaaid, waardoor de vlinders geen kans hebben. Door de Vlinderstichting komt er nu wel steeds meer beweging in, dus wie weet. Want hier is iedereen enthousiast wanneer ze 10 vlinders op 1 veld vinden, in Duitsland vind je er simpel 100 per het goede veld.
Maar dat is allemaal van toepassing op andere soorten, Veldparelmoer bijvoorbeeld.
Maar het Pimpernelblauwtje is daarin een bijzondere soort. Want, de rupsen van het Pimpernelblauwtje worden grootgebracht door moerassteekmieren.
Zonder aanwezigheid van die mieren worden het namelijk geen vlinders.
De moerassteekmieren vinden onderweg een rups, nemen die mee naar hun hol en voeden hem ondergronds op alsof het een eigen larve is. Daarna komt de vlinder uit en zelfs dan nog wordt hij beschermd door de mieren!
Maar de rups eet 250 mierenlarven voordat hij ontpopt, waarmee je een logisch verband kunt leggen:
Hoe meer vlinders, hoe minder mieren want dan hebben de rupsen dus veel larven gegeten, er zijn er namelijk veel opgepikt.
Dan zijn er minder mieren, die dus over een kleiner gebied lopen, en nemen daardoor minder rupsen mee. Wel worden er minder larven gegeten, waardoor de mieren het volgende jaar in grote aantallen zijn, en meer rupsen meenemen.
Is een kringloop dus.
Maar het Pimpernelblauwtje is dus een veeleisende vlinder, eist biotopen die je in Nederland niet veel aantreft.
En als we met 20 mensen op die plek (ik ken de plek) gaan kijken, zul je ook zien dat het een afgezet en verboden gebied is, wordt eveneens gecontroleerd.
Want, als je er met 20 fotografen een ochtend rondloopt, kun je zeer ernstige schade aanbrengen aan de populatie, omdat je onbewust in het hoge gras prima een mierennest kapot zou kunnen trappen, waardoor er veel minder mieren zijn.
Daarmee speelt dus ook nog geld etc. mee, een gebied moet afgezet en gecontroleerd worden, goed beheer in maaien is belangrijk.
