Als je het verhaaltje over
diafragmawaarden leest, waar heb je dan nog extra uitleg bij nodig?
Vergeet dan maar even de berekening onder het plaatje, want die berekening is niet zo belangrijk.
De samenvatting:Het diafragma is één van de drie belangrijkste onderdelen van je camera waarmee je kunt beïnvloeden hoe een foto er uit komt te zien. De andere onderdelen zijn de sluitertijd en de ISO-waarde. Deze drie factoren vormen samen de belichtingsdriehoek. Voor een goed belichte foto moet je een balans zien te vinden tussen deze drie eenheden.
Het diafragma is trouwens geen onderdeel van je camera, maar een onderdeel van je objectief. De grootte van de diafragmaopening kunnen we veranderen.
Het openen en sluiten van het diafragma werkt in stappen. Elke hele stap heeft een halvering resp. verdubbeling van het licht tot gevolg. Als je het diafragma opening kleiner maakt kan er minder licht, als je het groter maakt, kan er binnen diezelfde tijdseenheid meer licht door.
Een diafragma wordt aangeduid met het ‘f-getal:
f/1 | f/1.4 | f/2 | f/2.8 | f/4 | f/5.6 | f/8 | f/11 | f/16 | f/22 | f/32 | f/45 | f/64
<== diafragma opening wordt groter......diafragma opening wordt kleiner ==>

Vaak kun je het diafragma met kleinere stappen van een halve stop – maar vaker 1/3 stop veranderen. Vanaf welk getal begonnen kan worden en tot welk getal doorgegaan kan worden is afhankelijk van je lens.
Met het diafragma bepaal je de scherptediepte in je foto. De scherptediepte (ook wel depth of field c.q. dof genoemd) in je foto is dat deel van je foto wat rond het scherpstelpunt scherp wordt weergegeven. Het scherptedieptegebied loopt in principe “van voor naar achter” in je foto. Hoe hoger het f-getal, hoe meer van de scène scherp in beeld zal zijn. Hoe lager het f-getal is, des te kleiner is de scherptediepte en des te meer zul je het onderwerp isoleren uit zijn omgeving. Dus een foto met een diafragma van f/4 levert je een beeld op met een kleinere scherptediepte op dan een foto genomen met een diafragma van f/16.